Willy Corsari - Hutje op de hei
Er was eens, 't klinkt als een sprookje
Een man met wat al te veel geld
En nu wordt 't heus onwaarschijnlijk
Hij was 'r niet eens op gesteld
Zijn vrienden, vooral zijn vriendinnen
Vertrouwde hij daarom maar half
Hij zag in hun liefde te duid'lijk
De aanbidding van 't gouden kalf
Toen trok hij alleen in den vreemde
En leefde er simpel en arm
Hij zocht er de vrouw van zijn dromen
Die fluisteren zou in z'n arm
refrein:
Geef me maar een hutje op de hei
En een enkel bedje voor ons bei'
Ver van alle domme, ijd'le mensen
Die zich enkel weelde wensen
Samen, liefste, zullen wij daar leven
En niets anders hoef je mij te geven
Dan je hart, mijn schat
En zo leven wij
In een hutje op de hei
Hij leerde in z'n nieuwe leven
Hoe weinig men is zonder geld
En dat op een jongen, die arm is
De vrouwen niet erg zijn gesteld
Toch vond 'ie, 't klinkt als een sprookje
Tenslotte zijn kostbare schat
Een vrouw die 't heel niet kon schelen
Dat hij geen vermogen bezat
Haar kon 't gouden kalf niet verleiden
Hoe klopte zijn hart, ach zo blij
Toen zij, stil geleund in zijn armen
Sprak van een hutje op de hei
refrein
Zij zeide: "Ik houd niet van weelde
Die ijdele praat laat me koud
Ik ben al tevreden, m'n liefste
Wanneer je maar veel van me houdt"
Toen trouwden ze stil en eenvoudig
Nog hield hij zich arm, de schavuit
Maar toen 't verbond was gesloten
Sprak zij: "Schei daar nou maar mee uit
Dacht jij dat ik dat ooit geloofde
Mijn jongen, dan heb je 't verkeerd
Voordat ik je trouwde uit liefde
Had ik eerst goed geinformeerd"
Cor Ruys - Als je later stil gaat wonen
Als je later stil gaat wonen
In een huisje op de hei
En je wordt een doodgewone
En vergeten zij of hij
Dan begin je pas te leven
Ook al woon je nog zo klein
Als je daar ten langen leste
Helemaal jezelf mag zijn
En je schrijft geen brieven meer
Met "gebeurlijk" en met "nopens"
En met steeds "ik heb de eer"
Maar je schrijft weer doodeenvoudig
Dan besef en voel je pas
Hoe 'n verwaand stuk eigenwijsheid
Je, al taalverknoeiend, was
Ongenoemd en onbekend
En je mag daar in dat huisje
Zijn en blijven wat je bent
En je leest dan in je krantje
Van dat vroegere gedoe
Zie, dan ga je zielstevreden
's Avonds naar je bedje toe
In een huisje met een hond
En je loopt dan met een gieter
Door je bloemenperkjes rond
En je rookt je ochtendpijpje
In de zachte zonneschijn
Dan begrijp je pas de weelde
Van jezelf te mogen zijn