Ook ik leerde dit lied op de lagere school (1945-1951); ik was op zoek naar het derde couplet dat ik vergeten was! Er woond'een reus in 't bruggenhuis, van tolgeld moest hij leven. Daar kwam baas Draad, een echte Pruis, die wou de reus niks geven.
Refr. Wat tol? Wie tol? Ha ha ha ha ha ha, op jou gezicht jou groot gezicht, Wat hebben wullie snijdertjes nou toch voor een gewicht? Wat hebben wullie snijdertjes nou toch voor een gewicht?
Stroomafwaarts komt een lindeblad, de snijder ziet het drijven. Hij denkt da's net wat ik nodig had....
Refr.
Baas Draad zat op zijn lindeblad met d' ellemaat te roeien, gezwinder kon geen trots fregat zich door de golven spoeien.
Refr.
De reus die gooid' een grote steen naar meester Draads' plezierboot; maar mijlen vliegt die eroverheen en slaat in 't veld een mier dood.
Refr.
De snijder denkt: "ach Heer dan toch, ach Heer dan toch, had mij die kei getroffen ik voelde 't morgen nog, had mij die kei getroffen ik voelde 't morgen nog".