Post Info TOPIC: De beide wandelvrienden en een ander liedje: Ketelbinkje
Lorijne

Date:
De beide wandelvrienden en een ander liedje: Ketelbinkje
Permalink   


Hallo, kent er iemand deze liedjes?


Ik ken nog een paar flarden van de beide wandelvrienden, die ik hier zal schrijven, misschien zijn ze niet in de juiste volgorde.


.... en de beide wandelvrienden, kwamen bij een huisje aan.(2x) .... en de beide wandelvrienden werden smoorverlieft op haar,(2x)´t Is al dertig jaar geleden, meisje is al oud en krom, oud en krom. [En de beide wandelvrienden keken niet meer naar haar om, (2x)]´t Is al vijftig jaar geleden, meisje ligt al in haar graf, in haar graf. En de beide wandelvrienden ...


En het ander liedje dat ik zoek is Ketelbinkje. Het begind zo:


Toen wij uit Rotterdam vertrokken. Op één of andere oude schuit. Met kakkerlakken in de midscheep. En rattennesten in´t vooruit. Toen hadden wij een kleine jongen. Als Ketelbink bei ons aan boord. Die voor de eerste keer naar zee ging. En nooit van haaien had gehoord. Die van zij moeder aan de kade wat schuchter lachend afscheid nam. Omdat  hij haar niet dorst te zoenen. Die straatjongen uit Rotterdam.


Er werd gescholden door de stokers. Omdat ie van de eerste dag. Toen wij maar net de pier uit waren. Al zeeziek in zijn fokske lag. En met kinnine en citroenen. Werd hij weer op de been gebracht. Wand zieke zeelui zijn nadelig. En brengen schade aan de vracht. Als hij dan sjouwend met zijn ketels. Van de kombuis naar voren kwam. Dan was het net een brokkie wanhoop. Die straatjongen uit Rotterdam.


En verder weet ik het niet meer.


groetjes


Lorijne



__________________
Rianne

Date:
Permalink   

De tekst van Ketelbinkie is alles volgt:

Toen wij van Rotterdam vertrokken
met de Edam, een ouwe schuit,
met kakkerlakken in de midscheeps
en rattennesten in 't vooruit,
toen hadden we een kleine jongen
als ketelbink bij ons aan boord,
die voor de eerste keer naar zee ging
en nooit van haaien had gehoord ....
Die van zijn moeder aan de kade
wat schuchter lachend afscheid nam,
omdat ie haar niet durfde zoenen,
die straatjongen uit Rotterdam.

Hij werd gescholden door de stokers
omdat ie van de eerste dag,
toen we maar net de pier uitwaren
al zeeziek in het foc'sle lag,
en met jenever en citroenen
werd hij weer op de been gebracht,
want zieke zeelui zijn nadelig
en brengen schade aan de vracht ....
Als ie dan sjouwend met zijn ketels
van de kombuis naar voren kwam,
dan was het net een brokkie wanhoop,
die straatjongen uit Rotterdam.

Wanneer ie 's avonds in z'n kooi lag
en na z'n sjouwen eind'lijk sliep,
dan schold de man die wacht te kooi had
omdat ie om zijn moeder riep,
toen is ie op een mooie morgen
't was in de Stillen Oceaan,
terwijl ze brulden om hun koffie
niet van zijn kooigoed opgestaan ....
En toen de stuurman met kinine
en wonderolie bij hem kwam,
vroeg hij een voorschot op z'n gage,
voor 't ouwe mens in Rotterdam.

In zeildoek en met roosterbaren
werd hij die dag op 't luik gezet,
de kapitein lichtte z'n petje
en sprak met groc-stem een gebed,
en met een één twee drie in Godsnaam
ging 't ketelbinkie overboord,
die 't ouwetje niet durfde zoenen
omdat dat niet bij zeelui hoort ....
De man een extra mokkie schoot-an
en 't ouwe mens een telegram,
dat was het einde van een zeeman,
die straatjongen uit Rotterdam.

Veel plezier met het zingen van dit leuke liedje,
Groetjes Rianne

__________________
Anoniem

Date:
Permalink   

's Avonds bij het licht der sterren, 's avonds bij het licht der maan, licht der maan. Kwamen eens twee wandelvrienden, zingend op een dorpje aan (2x).


Aan het einde van de dorpsstraat, woond' een boertje blij van zin, blij van zin. En die beide wandelvrienden trokken bij dat boertje in (2x).


En die boer die had een dochter, leuke meid van achttien jaar, asblond haar. En die beide wandelvrienden werden smoorverliefd op haar (2x).


verder weet ik het ook niet meer.....


 


 


 



__________________
Lorijne

Date:
Permalink   

Heel heel hartelijk dank Rianne!!! Ik ben al jaren opzoek naar "Ketelbinkie" en nu heb ik het dan toch eindelijk.


Ook heel heel hartelijk dank Anoniem!!! Nu is het niet meer veel en het liedje is compleet!



__________________
Kees

Date:
Permalink   

beste Lorijne,


Ik zie dat je nog geen volledige tekst hebt van de wandelvrienden.In het bundeltje van Jacques Klöters: "IN DIE GROTE STAD ZALTBOMMEL" vond ik de volgende tekst.


TWEE WANDELVRIENDEN


 


Op een mooie zomeravond


Bij ’t vallen van de maan, van de maan


Kwamen eens twee wandelvrienden


Bij een heel klein dorpje aan.                


 


Aan het einde van de dorpsstraat


Woond’een boertje blij van zin, blij van zin


En die beide wandelvrienden


Trokken bij dat boertje in.


 


En dat boertje had een dochter


’n leuke meid van achttien jaar, achttien jaar


en die beide wandelvrienden


werden smoorverliefd op haar.


 


Maar dat meisje was een vrolijke guit


En ze sloot een compromis, compromis


En toen kuste ze de ene


De ander nam ze haar knie


 


Toen het avond was geworden


Bij het licht der volle maan, volle maan


Zagen beide wandelvrienden


’t meisje met een ander staan.


 


Toen de kille ochtendzonne


D’eerste stralen over  ’t land deed gaan


Zijn die beide wandelvrienden


Verder op hun tocht gegaan.


 


’t Is nu vijftig jaar geleden


’t meisje is nu oud en krom, oud en krom


en die beide wandelvrienden


kijken niet meer naar haar om.


 


(de laatste twee regels worden bij het zingen steeds herhaald)


 


vriendelijke groet, Kees


 



__________________
Anonymous

Date:
Permalink   

Ik ken ook nog zo'n soort ervan:


S'avonds bij het licht ter sterren
S'avonds bij het licht ter maan, licht ter maan
Kwamen beide wandelvrienden zingend bij een dorpje aan
kwamen beide wandelvrienden zingend bij een dorpje aan.

Aan het einde van de dorpstraat
woont een boertje blij van zin, blij van zin!
En die beide wandelvrienden trokken bij dat boertje in
En die beide wandelvrienden trokken bij dat boertje in

En die boer die had een dochter
Mooie meid van 18 jaar, asblond haar!
En die beide wandelvrienden werden smoorverliefd op haar
En die beide wandelvrienden werden smoorverliefd op haar

En die meid was een vrolijke  guit
En ze sloot een compromis. compromis!
En toen kuste ze de ene en de ander nam ze op haar knie
En toen kuste ze de ene en de ander nam ze op haar knie

s'avonds bij het licht ter sterren
s'avonds bij het licht ter maan, licht ter maan
Zagen beide wandelvrienden het meisje met een ander staan
Zagen beide wandelvrienden het meisje met een ander staan

Het is nu 50 jaar geleden
Meisje is al oud en krom, oud en krom
En die beide wandelvrienden kijken niet meer naar haar om
En die beide wandelvrienden kijken niet meer naar haar om

Het is nu 100 jaar geleden meisje ligt al in haar graf, in haar graf!
En die beide wandelvrienden rijden in een nieuwe dof
En die beide wandelvrienden rijden in een nieuwe dof

Het is nu 1000 jaar geleden
Dofje is al weggeroest, weggeroest!
En die beide wandelvrienden zijn nu dood zoals het moest
En die beide wandelvrienden zijn nu dood zoals het moest

Het is nu miljoen jaar geleden
Wereld is al lang vergaan, lang vergaan!
En die beide wandelvrienden beginnen weer van voor af aan

dof= een soort auto.



__________________
Robbi Saksementi

Date:
Permalink   


dof= een soort auto.

Dof is natuurlijk Daf, de kleine Nederlandse auto met variomatic.

Het eerste gedeelte van het lied is veel ouder, waarschijnlijk al van voor WOII.
Het is een bewerking van een oud (1890?) Duits wandellied.


__________________
Robbi Saksementi

Date:
Permalink   

 

Hierbij de beloofde Duitse originele versie. Ook daarvan zijn er kleine verschillen in omloop:

 

1. Als die gold'ne Abendsonne
Sandte ihren letzten Schein, letzten Schein,
Zogen einst zwei Wanderburschen
In ein stilles Dörflein ein,
Zogen einst zwei Wanderburschen
In ein stilles Dörflein ein.
 
2. In des Dörfleins letztem Hause
Wohnt' ein Bauer, arm und klein, arm und klein;
Und die beiden Wanderburschen
Kehrten bei dem Bauern ein;
Und die beiden Wanderburschen
Kehrten bei dem Bauern ein..
 
3. Und der Bauer hatt' 'ne Tochter,
Ei, die war so hübsch und fein, hübsch und fein;
Und die beiden Wanderburschen
Liebten dieses Mägdelein;
Und die beiden Wanderburschen
Liebten dieses Mägdelein.
 
4. "Lieb' du mich!" so sprach der Eine,
"Schönste auf der ganzen Welt, ganzen Welt!
Denn so lange wie ich wand're,
Bist die Erst', die mir gefällt;
Denn so lange wie ich wand're,
Bist die Erst', die mir gefällt."
 
5. "Bruder, liebst du?" sprach der And're,
"Komm', wir machen Compagnie, Compagnie!"
Und so liebte sie der Eine;
Der And're aber küsste sie, ja, sie.
Und so liebte sie der Eine
Der An're aber küsste sie
 
6. Als am nächsten frühen Morgen
Wieder ging die Sonne auf, Sonne auf,
Zogen die zwei Wanderburschen
Wieder in die Welt hinaus,
Zogen die zwei Wanderburschen
Wieder in die Welt hinaus.

Je kunt er een oude opname van beluisteren op:

http://www.youtube.com/watch?v=SggWXUuonRQ

 

 

 



__________________
Robbi Saksementi

Date:
Permalink   

 

Maar ik ben erg benieuwd wie de oorspronkelijke Nederlandse vertaling/bewerking heeft gemaakt. Het vermoeden bestaat dat het uit de kring van de Boschlaners/Boslaners stamt, een culturele jeugdbeweging uit de 30'r jaren onder leiding van 'meester' Boudens. Het is een typisch wandelliedje. Je vindt de naam van de Boschlaners al terug in berichten over wandelmarsen in het begin van de 30'r jaren.

Het lied kent in Nederland meerdere 'vervoegingen' en toevoegingen. De coupletten over 50 jaar later en het Dafje zijn er in olijke buien tijdens jeugdkampen bijgeschreven. Kennelijk om te feestvreugde rond dit lied te verlengen. Opmerkelijk is dat in veel versies de normale gang van de natuur (zon, maan, sterren) door elkaar zijn gehaspeld. Dat is overigens niet zo vreemd, als je veronderstelt dat je het lied eerst leert zingen op het kamp en pas als je thuis bent het nog een keer wilt opschrijven. Dan haal je al gauw wat dingen door elkaar. Dat is een bijzonder fenomeen.

Ik lees graag jullie commentaar



__________________
Rob Hoozemans

Date:
Permalink   

Toen de gouden avondzonne

Wijken moest voor t licht der maan,

Licht der maan.

Kwamen eens twee wandelvrienden

Samen in een dorpje aan.

 

Aan het einde van de dorpsstraat

Woonde een boertje blij van zin, blij van zin.

En die beide wandelvrienden

Trokken bij dat boertje in

 

Maar dar boertje had een dochter,

Meisje nauwelijks 18 jaar, 18 jaar.

En die beide wandelvrienden

Werden smoorverliefd op haar.

 

Maar die dochter was een loze guit

Zij sloot toen snel een compromis, compromis

En zij kuste toen de ene

En de ander nam haar op zijn knie.

 

Bij het gouden licht der sterren

Bij het zilveren licht der maan, licht der maan

Zagen beide wandelvrienden

t Meisje met een ander gaan.

 

Toen de gouden morgenzonne

Haar stralen over het land liet gaan, land liet gaan

Zijn de beide wandelvrienden

 

Samen weer op pad gegaan.



__________________
Page 1 of 1  sorted by
 
Tweet this page Post to Digg Post to Del.icio.us


Create your own FREE Forum
Report Abuse
Powered by ActiveBoard