Mijn moeder zong dit versje ook. Heb je de tekst inmiddels al gevonden? Ik herinner me nog de volgende zin: "op een avond sprak het meisje, moeder lief ik ben zo teer. Kom een uurtje bij me zitten, morgen ben ik er niet meer".
In een heel klein stil vertrekje, zullen wij eens binnen zien Daar lag op een veren bedje, een meisje van een jaar of tien Wilhelmientje, zo heette het meisje, liet haar hoofdje treurig hangen En haar mooie rode kleurtje, gingen van haar wangen af Op een avond sprak Wilhelmientje, "Moederlief, ik ben zo teer, kom een uurtje bij me zitten, morgen ben ik er niet meer Geef mijn speelgoed maar aan zusje, en mijn duifjes maar aan To" Toen Wilhelmientje dit gezegd had, sloot ze haar oogjes voor alto O, wat schreidde die arme moeder, o, wat schreidde die arme vrouw Dat ze haar eigen Wilhelmientje, nooit meer kussen en omhelzen zou Op een avond sprak haar vader, toen Wilhelmientje in de hemel was Dat ze daar toch veel gelukkiger, dan ze hier ooit op aarde was
op een avond sprak haar vader moederlief och wee niet meer zij is boven de hemel zij is bij onze lieve heer
In een heel klein stil vertrekje Zullen wij eens binnen zien Ligt daar op een veren bedje een meisje van een jaar of tien.
Ach wat huilde die arme moeder, ach wat huilde die arme vrouw Dat zij nu haar jongste lieveling nooit meer levend kussen zou
Geef de pop maar aan mijn zusje en het beertje maar aan Koos en toen het meisje dit gezegt had sloot ze haar oogjes voor altoos.
Willhelmientje werd begraven op een koude winterdag en de sneeuw lag op de graven en geen bloempje dat men zag. Vader sprak dat Willhelmientje nu wel in de hemel was en dat zij daar nu veel gelukkiger dan dat zij hier op de aarde was.
Ik ken het Liedje zo:
In een heel klein stil vertrekje
Mocht ik eens naar binnen zien
Daar lag op een veren bedje
Meisje van een jaar of tien
Op een dag toen zei ze: moeder
Kus me voor de laatste keer
En toen zei het meisje nog eens
Morgen ben ik er niet meer
Geef de pop maar aan mijn zusje
En de duifjes maar aan Koos
En toen het meisje dat gezegd had
Sloot ze de oogjes voor altoos
Ach wat schreide de arme moeder
Ach wat schreide de arme vrouw
Dat ze haar lieveling moest verlaten
Nooit meer zien of kussen zou
En toen kwamen er zwarte mannen
En die namen het meisje mee
Om haar stilletjes te begraven
Bij het kerkhof aan de zee
In een klein maar stil vertrekje, laat mij daar eens binnen zien
Daar ligt op een veren bedje meisje van een jaar of 10
Op een avond sprak het meisje, moeder ik ben zo zwak zo teer
kom een poosje bij me zitten morgen leef ik heus niet meer
Geef de pop maar aan mijn zusje en de duifjes maar aan Koos
Toen Wilhelmientje dat gezegd had, sloot zij 'd oogjes voor altoos
Toen die papa s'avonds thuis kwam weende hij niet om het arme kind
hij zei ze wordt boven in de hemel door de goede god bemind 2x
Mijn oma heette trouwens Foekje Meinema-Brugman en was de liefste oma van de wereld die het mooist kon zingen. Zij is gestorven in 1990 en is 83 jaar geworden.
Ik ben op zoek naar de volledige tekst van een oud liedje dat ik me nog maar gedeeltelijk herinner. Een gedeelte van de tekst ging ongeveer zo:
In een heel klein stil vertrekje, mogen wij eens binnenzien, daar lag op een veren bedje, een meisje van een jaar of tien.
(...) Geef mijn speelgoed maar aan zusje, en mijn duifjes maar aan Koos, toen Wilmientje dit gezegd had, sloot zij haar oogjes voor althoos.
Ach wat schreide die arme moeder, ach wat schreide die arme vrouw, omdat zij haar Willemientje niet voor altijd missen wou.
Wie kent de volledige tekst?
door een heel klein zilveren spleetje zag ik een meisje van een jaar of 10 ze sprak haar moeder aan geef al mijn popjes aan mijn zusje en al mijn beertjes aan mijn broertje op een dag zal ik der vast niet meer zijn terwijl ze dat gezegt had vielen haar oogjes zachtjes toe,terwijl ze dat gezegt had vielen haar oogjes zachtje toe o wat weende die arme moeder o wat huilde die arme vrouw o wat weende die arme moeder o wat huilde die arme vrouw omdat ze nooit haar kindje terug zien zou
ik heb dit liedje zo gehoord van men zus die het van mijn moeder kende die het van haar moeder kende