Refrein: Mag ik van u een lift, meneer? Toe laat me hier niet staan. ‘k Heb voor de trein geen centen meer, ‘k Woon hier zo ver vandaan. Mag ik van u een lift, meneer? ‘k Zal er zo dankbaar voor zijn. Neemt u me mee voor die ene keer? Mag ’t meneer? Oh, wat fijn!
De kleine, blonde Maryleen van amper zestien jaar,
Stond ’s nachts te liften, heel alleen en dacht niet aan ‘t gevaar.
Een grote wagen kwam tot staan met aan ’t stuur een heer.
Ze keek de onbekende aan en vroeg toen: Och, meneer…
Refrein.
Maar die meneer was een schavuit, dat merkte zij te laat.
Hij gooide haar de wagen uit, na 't plegen van z'n daad.
Een wagen van de vijf maal acht vond blonde Maryleen…
Ze dwaalde huilend door de nacht, over haar toeren heen!
refr.: Oh, was ik maar dood; Oh, was ik maar dood Van wie ik 't meeste hou, die krijg ik toch nooit Oh, wat een verdriet; Oh, wat een verdriet Wat ik 't liefste wou, dat krijg ik niet
Ik loop haar al jarenlang achterna Ik deed haar de mooiste beloften Maar wat ik ook deed: Nimmer zei ze 'Ja' 't Is of ik voor haar niet besta
refr.
Ik weet wel: Ik ben heus geen Don Juan Maar dat is toch niet 't voornaamste 't Treft mij zo hard in m'n eer als man Dat ik haar maar niet krijgen kan
Refrein: Mag ik van u een lift, meneer? Toe laat me hier niet staan. k Heb voor de trein geen centen meer, k Woon hier zo ver vandaan. Mag ik van u een lift, meneer? k Zal er zo dankbaar voor zijn. Neemt u me mee voor die ene keer? Mag t meneer? Oh, wat fijn!
De kleine, blonde Maryleen van amper zestien jaar,
Stond s nachts te liften, heel alleen en dacht niet aan t gevaar.
Een grote wagen kwam tot staan met aan t stuur een heer.
Ze keek de onbekende aan en vroeg toen: Och, meneer
Refrein.
Maar die meneer was een schavuit, dat merkte zij te laat.
Hij gooide haar de wagen uit, na 't plegen van z'n daad.
Een wagen van de vijf maal acht vond blonde Maryleen
Ze dwaalde huilend door de nacht, over haar toeren heen!