Post Info TOPIC: harmonicaliedje
kees

Date:
harmonicaliedje
Permalink   


Ik zoek al enige tijd naar een liedje 


In 't hofke (slobke?) daar jengelt een klein melodietje, harmonicaliedje


 


Hoe gaat het verder en uit welke tijd is het, en van wie.


Kees



__________________
Geke

Date:
oud liedje
Permalink   


kees wrote:


Ik zoek al enige tijd naar een liedje  In 't hofke (slobke?) daar jengelt een klein melodietje, harmonicaliedje   Hoe gaat het verder en uit welke tijd is het, en van wie. Kees



__________________
Anoniem

Date:
RE: harmonicaliedje
Permalink   


Het liedje heet "Hun muziek", de auteur is Manna de Wijs-Mouton.


De tekst en melodie met pianobegeleiding staat o.a. in de verzamelbundel Nederlands cabaret album 2 : liedjes van toen en nu verzameld door Wim Ibo. Naarden: Alsbach.


Het is door Jasperina de Jong  op cd gezet: "Van Eduard Jacobs tot Guus Vleugel"


 


In 't slopje daar jengelt een klein melodietje,


’n harmonicaliedje, een jodelend hofjesgeneugt.


En plots komt bij ’t zorgelijk sloven en sleuren, de pret langs de deuren,


en vult er ’t straatje met vreugd.


Door ramen en kieren, daar kijken de buren


’t Is praten en lachen en glundertjes gluren;


Vergeten voor ’n poos is ’t slaaf’rig getob.


Voor hen is de jool, de muziek van het slop.


 


Refrein: Hm, la, la, la, hm, la, la, la, hm, la, la, hm, la, la, hm, la, la, al, hm, la, la, la, hm, la, la.


 


De vrouwen, ze moeten hun huisjes ontvluchten


’t harmonicazuchten brengt blijde beroering in ’t rond.                                                                   


En kindertjes drummen als smoes’lige kluitjes, bleekneuzige snuitjes


en luist’rend met wijd open mond.


De oudjes ze stromp’len, de rugjes gebogen,


Met glimpjes van jolige pret in hun ogen,


De arm’lijke hondjes ze janken hoog op,


ontdaan van de schone muziek in hun slop.


 


Refr.


 


Een meiske, dat ziet er een lummel te paaien


tot dollen en draaien, tot dansen in leutig geneugt


Tot eind’lijk alleen ze haar rokken laat zwieren,


haar lust uit moet vieren, van zinnen ontwakende jeugd.


Ze geeft er ’t voorbeeld aan joelende paren,


Met hete gezichten en fladd’rende haren,


De lust tot de dans stijgt een elk naar de kop,


’t Is liefde, plezier en muziek in het slop.


 


Refr.


 


Maar plots komt een keren de poort in laveren,


Met vloekend beweren, met dronken en hikkend gedaas.


’t Wordt schreeuwen en schimpen en honend krakelen,


Een schoppen uitdelen! Een alles vernielend geraas!


En ginds vlucht het aardige dansmelodietje,


cadens van het kerend harmonicaliedje;


Het klinkt er weemoedig van verre weer op


De vreugd van de poort en de trots van het slop.


 


Refr.



__________________
kees

Date:
Permalink   

vriendelijk bedankt, Anoniem, voor de tekst en de informatie van het harmonicaliedje. Ik had al gezocht bij Anna de Wijs-Mouton, maar ik had het nog niet gevonden.


groet, Kees



__________________
Page 1 of 1  sorted by
 
Tweet this page Post to Digg Post to Del.icio.us


Create your own FREE Forum
Report Abuse
Powered by ActiveBoard